De ARIE-regeling is een nationale kop die zorgt voor veel regeldruk en zijn doel voorbij schiet
April 2025 - Binnen het Arbeidsomstandighedenbesluit is er de Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE), een regeling die geldt voor bedrijven die werken met een bepaalde hoeveelheid (drempelwaarde) gevaarlijke stoffen. De regeling is in 2023 herzien en verbreed, waardoor er nu meer bedrijven onder vallen. Uit het mkb-regeldrukonderzoek van het ministerie van EZ blijkt dat de ARIE-regeling voor veel regeldruk zorgt en als slecht werkbaar wordt ervaren.
De ARIE-regeling sluit aan bij de systematiek van de Seveso-richtlijn, die geldt voor bedrijven die werken met zeer grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, de zogenoemde Seveso-inrichtingen. Door de herziening van de ARIE-regeling hebben midden- en kleinbedrijven met een groot deel van die verplichtingen te maken. Nog meer extra verplichtingen bovenop het al uitgebreide stelsel aan regelgeving dat er is voor het werken met gevaarlijke stoffen.
1. De ARIE-regeling is disproportioneel voor de doelgroep die er nu onder valt
Uit het mkb-regeldrukonderzoek van het ministerie van EZ blijkt dat de ARIE-regeling voor veel regeldruk zorgt en als slecht werkbaar wordt ervaren. In grote lijnen moeten ARIE-bedrijven extra risicoschatting-exercities doen, waarmee zelden nieuwe risico’s worden gevonden die niet al zijn afgedekt door de bestaande RI&E. Ook moet er een administratief veiligheidsbeheersysteem worden opgezet en moeten bestaande noodplannen op punten worden aangepast. Dit zijn verplichtingen die zijn gekopieerd uit wetgeving voor Seveso-inrichtingen. Seveso-inrichtingen zijn bedrijven, veelal groot en complex van aard, die werken met zeer grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen.
De drempelwaarde om nu onder ARIE te vallen ligt doorgaans op 30% van de Seveso-drempelwaarde en in sommige gevallen is dit nog lager. Het beleidsdoel om risico’s bij ‘net-niet-Seveso’-bedrijven af te dekken gaat niet meer op en juist kleinere mkb’ers zijn de hoofddoelgroep geworden. Deze doelgroep wordt ertoe gedwongen dure consultants in te huren, omdat de ARIE-regeling complex is en er geen ondersteuning of handreiking is vanuit de overheid.
Niet onbelangrijk om op te merken is dat deze mkb-bedrijven niet eerder te maken hebben gehad met regelgeving bedoeld voor Seveso-inrichtingen, terwijl de Arbeidsinspectie voornamelijk Seveso-inspecteurs inzet voor de handhaving.
Foute inschatting De regeldruk werd bij de herziening in 2023 door het ministerie van SZW ingeschat op 10 uur met gemiddelde kosten van € 400 per (nieuw ARIE) bedrijf. Uit het mkb-regeldrukonderzoek blijkt dat dit in de praktijk vele malen meer is, namelijk 180 uur en circa € 15.786 aan consultantkosten. Dit duidt erop dat het ministerie van SZW en daarmee ook de Tweede Kamer destijds onvoldoende zicht hadden op de regeldruk. Ook was er onvoldoende zicht op het aantal bedrijven dat ARIE-plichtig zou worden: de inschatting was 400 bedrijven en dat blijkt nu het dubbele te zijn. |
2. De regeling is niet effectief en pakt zelfs contraproductief uit
In het algemeen zijn de risico’s die in de ARIE worden geïdentificeerd al afgedekt met bestaande maatregelen die via het bestaande stelsel aan regels zijn vereist. De regeling is daarmee niet effectief voor het beoogde doel, te weten: het beschermen van werknemers tegen gevaarlijke stoffen. Sterker nog, het werkt juist contraproductief door de toename van regeldruk.
- Medewerkers van ARIE-bedrijven – vaak is er bij mkb’ers één persoon verantwoordelijk voor o.a. arbeidsomstandigheden – kunnen hun tijd veel effectiever besteden aan activiteiten die écht voor instandhouding of verhoging van het beschermingsniveau van werknemers zorgen.
- Daarnaast kan het budget van mkb-bedrijven dat opgaat aan dure consultants beter worden besteed aan maatregelen die effectief bijdragen aan de gezondheidsbescherming van werknemers.
3. De regeling is een nationale kop waar in het regeerakkoord afspraken over zijn gemaakt
In het regeerakkoord staat over nationale koppen: “We zetten geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid en heroverwegen en schrappen waar nodig en mogelijk bestaande nationale koppen die zorgen voor extra regeldruk op basis van bestaande en aanvullende inventarisaties.”
De RI&E is volgens Europese wetgeving verplicht, maar de Aanvullende RI&E (ARIE) is uniek voor Nederland en daarmee een nationale kop. In de landen om ons heen kennen (mkb)bedrijven deze regeling of verplichtingen niet.
Juridisch gezien is het een nationale kop op de implementatie van de Seveso-richtlijn (Richtlijn 2012/18/EU). De ARIE-regeling, en met name de uitbreiding in 2023, verbreedt de doelgroep van de Seveso-richtlijn die geldt voor grote, vaak complexe installaties met veel gevaarlijke stoffen.
Verhoging drempelwaarde voor ARIE-regeling
Veiligheid op de werkvloer is een absolute prioriteit. Werknemers moeten erop kunnen vertrouwen dat zij hun werk onder veilige omstandigheden kunnen uitvoeren, en bedrijven nemen die verantwoordelijkheid serieus. Veiligheid is geen concurrentiefactor – het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die geborgd moet worden door onder andere effectieve en werkbare regelgeving.
Tegelijkertijd is het belangrijk dat regelgeving proportioneel en doelgericht blijft. Dit standpunt heeft dan ook niet als doel om te pleiten voor deregulering ten koste van de veiligheid. Integendeel: wij zijn ervan overtuigd dat onnodig complexe en belastende regelgeving niet bijdraagt aan, maar juist afleidt van een betere bescherming van werknemers.
Conform de afspraken in het regeerakkoord vragen wij om de ARIE-regeling zo snel mogelijk te herzien en de drempelwaarde te verhogen naar 90% van de Seveso-drempelwaarde. Uit het mkb-regeldrukonderzoek blijkt dat de verhoging van de ARIE-drempel de totale regeldruk van mkb’ers met circa 5% kan doen afnemen. Hiermee wordt meer dan een kwart van de regeldrukreductie behaald waar de aangenomen motie Kisteman toe verzoekt.
|