1. Het ZZS-beleid is lastig werkbaar voor het mkb en zorgt voor veel regeldruk
Uit het mkb-regeldrukonderzoek van het ministerie van EZ blijkt dat het ZZS-beleid voor veel regeldruk zorgt en als slecht werkbaar wordt ervaren. Ondernemers moeten aantonen dat zij de aanwezigheid en het gebruik van ZZS in hun productieproces minimaliseren (berekeningen, stoppen met bepaalde stoffen en/of reductiemaatregelen). Vergunningplichtige bedrijven moeten vermijdings- en reductieprogramma’s (VRP) maken en eens in de vijf jaar hun emissies rapporteren aan het bevoegd gezag. Ook komt er een nationale ZZS-emissiedatabase en een meldplicht voor ZZS-stoffen in het afval aan.
De lijst met ZZS-stoffen is groeit, er worden telkens stoffen aan toegevoegd. Dit levert ook regeldrukkosten op, omdat ondernemers voortdurend de samenstelling van hun mengsels moeten aanpassen – bedrijven groot en klein geven aan dat ruim 70% van hun R&D-capaciteit gaat naar het vinden van alternatieve stoffen door NL en EU wetgeving. Om te voldoen aan het totale ZZS-beleid kost dit bedrijven:
- circa 350 arbeidsuren per jaar
- circa € 71.111 aan regeldrukkosten, waarvan € 50.000 out-of-pocketkosten: dit zijn kosten voor bijv. het inhuren van consultants of technische aanpassingen in het bedrijf.
De ZZS-lijst wordt constant uitgebreid en is in korte tijd sterk gegroeid, naar bijna 13.000 stoffen. Met deze uitbreidingen stijgen de ermee gepaard gaande verplichtingen.
2. ZZS is een nationale kop en zorgt voor een ongelijk speelveld tussen EU-lidstaten
Nederland heeft het meest uitgebreide systeem en de sterkste koppeling tussen chemicaliënbeleid en nationale wetgeving voor emissies van stoffen van alle landen in de Europese Unie. Dat blijkt uit Berenschots Evaluatie ZZS-Emissiebeleid 2016-2021.
- Nederland wijst stoffen aan als ZZS (zeer zorgwekkende stoffen) volgens de gevaareigenschappen van SVHC (substances of very high concern, ca. 400) onder de REACH-verordening én aan de hand van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal, artikel 5.22a).
- De Nederlandse emissierichtlijn (NeR) is in 2016 komen te vervallen en zou ‘beleidsneutraal’ worden omgezet in het Activiteitenbesluit milieubeheer (met ZZS-stoffen), waardoor er destijds geen uitgebreid onderzoek is gedaan naar de regeldrukeffecten. De NeR omvatte 400 stoffen en gold alleen voor vergunningplichtige bedrijven. Het huidige ZZS-beleid is breder dan dat en in totaliteit dus een sterke uitbreiding.
- Daar bovenop komt dat decentrale overheden eigen beleid hebben rondom ZZS en zelfs handhaven op potentieel ZZS (pZZS). Dit laatste betreft een lijst met 350 stoffen die als ‘potentieel zeer zorgwekkende stoffen’ worden gezien. Regelmatig blijken ze géén ZZS te zijn en gaan ze van de lijst. Omgevingsdiensten eisen toch dat er ook voor pZZS wordt voldaan aan de minimalisatieplicht.
Er zijn concrete voorbeelden van bedrijven die bepaalde productieactiviteiten verhuizen naar andere landen zoals Duitsland en België. Het ZZS-beleid gaat namelijk alleen over de productie in Nederland en niet over binnenkomende producten met ZZS-stoffen.
3. Er lopen al enige acties op dit vlak binnen het Impulsprogramma Chemische Stoffen
Binnen het Impulsprogramma Chemische Stoffen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat lopen al enige acties rondom het ZZS-beleid, waar ook aandacht is voor de werkbaarheid voor ondernemers. Deze actielijnen kunnen worden meegenomen in het Minder Druk Met Regels-actieprogramma.
Maatregelen ter vermindering regeldruk voor ZZS
Een schoon en veilig milieu is een prioriteit. Omwonenden moeten erop kunnen vertrouwen dat zij in een gezonde omgeving kunnen wonen en onze bedrijven nemen die verantwoordelijkheid serieus. Tegelijkertijd zorgt het huidige ZZS-beleid van Nederland voor veel regeldruk waar grote stappen in kunnen worden gezet. Wat betreft oplossingen kan worden gedacht aan de volgende acties:
- beter ondersteunen van bedrijven en branches (handreikingen, tools, ondersteuning)
- onderzoeken of er prioritering kan plaatsvinden binnen de groep ZZS-stoffen, of de ZZS-lijst kan worden ingeperkt en of er gebruik kan worden gemaakt van de Europees vastgestelde PNEC-grenswaardes die aangeven wanneer er geen effect voor het milieu te verwachten is
- proportionele uitzonderingen opnemen voor zeer kleine aanvaardbare emissies
- voorkomen dat decentrale overheden pZZS reguleren en zorgen voor uniforme handhaving
- voorkomen dat bedrijven metingen moeten doen in de meldplicht ZZS in afval
- inzetten op geharmoniseerd Europees beleid i.p.v. vergaand nationaal beleid
Op basis van het mkb-regeldrukonderzoek concluderen wij dat met bovenstaande maatregelen de totale regeldruk van mkb’ers met circa 7,5 % kan afnemen. Hiermee wordt meer dan een kwart van de regeldrukreductie behaald waar de aangenomen motie Kisteman toe verzoekt.
|