VVVF brengt CO2-voetafdruk van verfsector in kaart

VVVF heeft onderzoek laten uitvoeren naar de CO2-voetafdruk van in Nederland geproduceerde verven en coatings. De CO2-impact van de verffabrieken zelf is vrij laag, de grootste component komt van eerder in de keten. De VVVF pakt de uitkomsten op in de gesprekken met ketenpartners, zowel upstream als downstream.

Om de voortgang in verduurzaming te concretiseren, is een nulmeting nodig. Dat was dan ook de aanleiding voor het VVVF-onderzoek naar de CO2-voetafdruk van verfproducerende midden- en kleinbedrijven in Nederland. Adviesbureau Ecomatters heeft het onderzoek uitgevoerd en de data gericht op het palet van broeikasgasemissies (in vaktaal: CO2-equivalenten) verwerkt. De reikwijdte van het onderzoek lag op de emissies in de gehele productketen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van het GHG-protocol (Green House Gas), een standaardmethode die voor de verschillende stappen in de keten aparte categorieën hanteert. In de berekening van de CO2-equivalenten is de gebruiksfase van verf en coatings niet meegenomen.

Studie CO2-voetafdruk

Met stip op 1: grondstoffen

In de CO2-voetafdruk van de verfindustrie komt verreweg het grootste aandeel van de grondstoffen, in totaal 76 procent. Om de CO2-voetafdruk te verlagen zouden verfproducenten de grondstoffen met een hoge carbon footprint moeten vervangen door een alternatief met een lagere CO2-voetafdruk. Dat kan ook in de vorm van een gerecyclede grondstof of een biobased alternatief. Dat is een uitdaging. Enerzijds zijn er nog geen duurzame en gelijkwaardige alternatieven voor bijvoorbeeld titaanwit (TiO2). Anderzijds is het lastig gedetailleerde informatie te krijgen over de grondstoffen. De verfsector kijkt wel naar alternatieven, maar het verkrijgen van uitgebreide informatie over de milieu-impact van de grondstoffen verloopt stroef.

Afval en productie

De tweede belangrijke component in de CO2-voetadruk van verf is de afvalfase. Het volgt - op ruime afstand - de grondstoffen op met 7 en 11 procent voor respectievelijk de bouw & DHZ-sector en industriële verven. Dit onderdeel betreft de verf die overblijft na een verfklus en wat er met geappliqueerde verf gebeurt bij einde levensduur. De derde component van belang voor de CO2-voetafdruk is het productieproces van verf, waarbij is gekeken naar het energieverbruik (elektriciteit en gas), watergebruik en het productieafval. Voor het segment bouw & DHZ is het goed voor 6 procent en voor industriële verf/coating voor 8,4 procent van het totaal.

Lees het volledige artikel in Verf & Inkt Magazine #67