Amerikaanse heffingen raken Nederlandse verfindustrie

De Amerikaanse importheffingen raken het Nederlandse bedrijfsleven. Marhijn Visser (VNO-NCW en MKB Nederland) en Martijn Kunnen (Vibrantz Technologies) geven hun kijk op de stand van zaken en de gevolgen. “Voor sommige bedrijven heel pijnlijk, maar toch zijn er nog steeds kansen in de Verenigde Staten.”

De Nederlandsche Bank berekende de gevolgen van de ingevoerde tarieven. Voor de middellange termijn wordt een gemiddelde groei van 1 procent per jaar verwacht, duidelijk minder dan het langjarige gemiddelde van 1,5 procent. Het Centraal Planbureau verwacht dat de groei van het bbp daalt tot 1,3 procent in 2026. “De export naar de Verenigde Staten bedraagt vijf procent van de totale Nederlandse export,” zegt Visser. Visser is strategisch beleidsadviseur bij ondernemersorganisatie VNO-NCW en MKB Nederland. 

Tot de bedrijven die exporteren naar de Verenigde Staten behoort ook Vibrantz Technologies. Dit wereldwijd actieve bedrijf met 55 productielocaties en 220 medewerkers op twee locaties in Nederland maakt pigmenten en kleuroplossingen. Toch blijft directeur Martijn Kunnen nuchter: “Kijk ik naar onze locaties in Nederland dan hebben wij relatief weinig last van deze tariefdiscussies. Voor zeer specifieke kleurpasta’s is in Amerika weinig eigen productie.” 

Tarieven
Namens de Europese Commissie maakte Ursula von der Leyen deze zomer afspraken over importtarieven met president Donald Trump. Waar Trump in eerste instantie heffingen tot 30 procent aankondigde, geldt nu voor de meeste Europese producten 15 procent. Voor staal en aluminium blijven hogere tarieven gelden, tot wel 50 procent. Ook beloofde Europa de komende drie jaar 750 miljard dollar te investeren in de Amerikaanse defensie- en energie-industrie. “De verklaring is juridisch niet bindend. Het is geen handelsakkoord,” aldus Visser.

Geeft het Hooggerechtshof Trump gelijk, dan kunnen de heffingen ertoe leiden dat bedrijven, zeker ondernemingen die veel handel drijven met de Verenigde Staten, hun productie daar naartoe verplaatsen. “Dat is het achterliggende doel van Amerika,” denkt Visser. “In de Amerikaanse politiek, zowel bij Democraten als Republikeinen, leeft het idee dat de VS een handelstrijd aan het verliezen is van China. Dat willen ze veranderen en daar zijn deze heffingen op gericht.” Hij verwacht dat ook markten als China, India en Indonesië belangrijker worden.

Alles bij elkaar is Visser niet negatief. “Amerika heeft het globale financiële systeem geschapen. Denk aan de GATT-akkoorden na de Tweede Wereldoorlog, het Bretton Woods-systeem en de WTO. Nu breken ze het zelf weer af,” concludeert hij. “De wereld is in beweging. De rol van de Verenigde Staten verandert. We moeten ons daartoe verhouden. En dat kunnen we ook.”

Lees het volledige artikel in Verf & Inkt Magazine #76